We hebben niet meer vrouwen in de top nodig.
Zo dat is eruit. Voor velen zal het misschien een shock zijn dat ik niet per definitie een feminist ben en al zeker niet perse meer vrouwen in de top wil zien. Ik geloof overigens ook niet dat het matriarchaat de wereld gaat redden. Een blik in de geschiedenis en de bewijzen dat ook dat systeem niet zaligmakend is stapelen zich automatisch op.
De vrouwen die zich vrij hebben gevochten van het aanrecht, hebben daar over het algemeen een andere vrouw neergezet. Zij die de mannen van hun plek hebben gestoten op de werkvloer vervullen nu die taak met hun broek aan. Zij die gelijk aan de man zijn geworden, zijn vaak letterlijk en figuurlijk vermannelijkt. Zij die hun mannetje staan, zijn vergeten waar het vrouwtje stond.
In de dans tussen man en vrouw, is er geen leider meer.
Ik kan zo nog wel even doorgaan. En nee dat is geen oordeel, enkel een uitnodiging om dit onderwerp eens met andere ogen te bekijken en dat werkt het beste door het randje op te zoeken. Ik geloof namelijk dat ieder zijn eigen weg bewandelt en daarmee zijn eigen positie en zijn eigen manier van zich positioneren in deze wereld heeft. Jij bent de creator van jouw werkelijkheid, dus doe vooral wat bij jou past. Als je echter mij vraagt of ik meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven en de politiek wil zien, dan is mijn antwoord: 100% nee, alsjeblieft niet.
Niet alleen omdat we met een vrouw niet perse meer vrouwelijk leiderschap krijgen, over het algemeen zorgen vrouwen vooral voor meer manipulatief gedoe, eindeloze belangenafwegingen en vooral veel praten over gevoelens. Niet voor niets is de woke-beweging nu terrein aan het winnen nu ook de (vervormde) vrouwelijke energie zijn rentree maakt. Daarnaast gaat vrouwelijk leiderschap voor mij vooral om innerlijk leiderschap: zij is de Godin die als een feniks bereidt is het oude en zelfs háár oude niet-ondersteunende zelf te verbranden om uit de as te herrijzen. Het leiderschap dat vooral de fik erin durft te steken, omdat alleen dat een vruchtbare bodem biedt voor het nieuwe om te kunnen ontspruiten.
Helaas is men tot op heden nog bang voor dit vuur.
Ik vermoed dat de scheldnaam feeks misschien zelfs wel is ontstaan als een verbastering van het woord feniks. Het past in elk geval goed. De Godin was immers een lastige en venijnige vrouw. Zij had alchemistische krachten, confronteerde je met je eigen duisternis en had een vuur zo fel dat het je kon verblinden. Zij was meester over haar innerlijke wereld en daarmee een groot gevaar voor een ieder die macht wilde hebben in de externe wereld. De vrouwelijke energie die wel mocht, was/is een moederlijke energie. We worden immers graag gepamperd.
Het zijn overigens niet alleen mannen die bang zijn voor dit vrouwelijk vuur. Ook vrouwen blijven er liever van weg. En niet alleen omdat ze zelf bang zijn voor de verwoestende kracht en dat wat het van haar vraagt om dit vuur te belichamen en begeleiden. Ook omdat het vooral vrouwen zijn die elkaar onderling weliswaar het licht in de ogen gunnen, maar niet het vuur in hun bekken. Te fel, te vurig, te sexy, te sensueel, te direct, te wild, te luid. Vrouwen vellen dit oordeel graag over elkaar en doen elkaar al eeuwen enorm veel aan. Denk aan bijvoorbeeld strak aangeregen korsetten en ingetapete voeten, alsook aan het krabbenmand effect.
De teveel vrouw komt vooral uit de hoek van het vrouwelijk oordeel.
Het was dan ook niet de moederlijke kant van de vrouw waar men bang voor was, zij werd niet opgeofferd op de brandstapel. Wel de heks, de feeks, de feniks, de tovenares, de priesteres. Kortom haar wilde ontembare kant. De Godin was diegene die een deel van haar zelf moest opofferen om te mogen blijven bestaan. Net als dat Maria Magdalena slechts voort bestond in de geschriften als de hoer dan wel de heilige maagd, zo was Godinnelijk slechts bestemd voor die vrouwen die hun innerlijk vuur hadden gedoofd en zich hadden geconformeerd aan de mannelijke maatschappij. En de vrouwen beschermden dit gedachtegoed met huid en haar.
Het gevolg was een dans tussen het patriarchaat en het matriarchaat, tussen de mannelijke en vrouwelijke narcist. Met als resultaat de emotioneel onbeschikbare moeder die vooral door middel van zalvende, dweperige, achterbakse manipulatie technieken trachtte haar eigen behoeften te bevredigen terwijl zij naar buiten toe mooi weer speelde en in het kader van de goede lieve vrede de ideale moeder van het ideale gezin uithing.
Door te veel van het vervormde moederlijke is het vrouwelijk vuur begrensd geraakt.
We hebben ondertussen het patriarchaat aangekeken, maar het vrouwelijk narcisme is nog een ondergeschoven kindje. Dat heeft geleid tot een wereld waarin jongensgedrag steeds meer aan banden wordt gelegd, de me-too beweging vooral verdere angst heeft gezaaid en vrouwen aan de top wordt gezien als het summum. En terwijl de klepel door het gouden midden raast en we nu vol het vrouwelijk narcisme aan het licht zien komen, houdt de angst om dit als feminist onder ogen te zien de donkerte in stand.
De tegenbeweging die namelijk uit het patriarchaat ontstond waren niet alleen de mannen-lookalikes, alsook de mannenhaters. Het was daarbij maar net wat goed uitkwam hoe men het spel speelde om onder de rokken van feminisme de tand des tijds te kunnen doorstaan. Waar een maan je aankijk terwijl hij je een klap in het gezicht geeft, staan vrouwen er om bekend je neer te steken in je rug terwijl je wegloopt. Althans flink gechargeerd. Je begrijpt mijn punt.
De wond bij mannen én vrouwen is nog groot, de angst voor het vrouwelijk vuur misschien nog wel veel groter.
Waar vrouwen vooral van mannen eisen dat ze vrouwen moeten eren en de vrouwelijke energie eigen moeten gaan maken voor een gezonde toekomst, zo vergeten diezelfde vrouwen hun eigen energie te balanceren en het vrouwelijk vuur te ontsteken. De ware moederlijke energie is daarbij die van moeder aarde. Verbinden met deze aardse energie is in balans komen met jezelf en de/jouw natuur. Zolang je het heilig huwelijk in jezelf ontkent, dan wel niet aangaat en geen plek in je (innerlijk) leven geeft, dan is wat mij betreft een leidersrol in de externe wereld nog een ver van je bed show.
Leiderschap is een innerlijke dans, die in de externe wereld zijn vruchten oplevert.
Ik vergelijk het altijd met salsa dansen, waarbij de man leidt en de vrouw volgt. Zij doet dit omdat zij weet dat de man haar tot haar recht zal laten komen en zal laten schitteren. Doet hij dit niet, dan zal zij de volgende keer niet meer op zijn uitnodiging om te dansen ingaan. De man, het mannelijk perspectief, dient dus de vrouw, ofwel het vrouwelijk perspectief. Terwijl zij door haar overgave aan zijn leiderschap het geheel ten dienste komt. Immers doordat zij zich van haar mooiste kant kan laten zien, is het geheel prachtig om te aanschouwen.
Het mannelijk leiderschap is voor mij dan ook het kader, het systeem, doordat hij de focus, het doel, de visie in acht houdt. Het vrouwelijk leiderschap is daarbij de why, de missie, de verbinding en zij draagt zorgt voor het innerlijk en energetisch veld en draagt zorg voor het fundament, de harmonie, liefde en verbinding. Omdat het zo binnen, zo buiten, zo boven, zo onder is, is het aangaan van het heilig huwelijk tussen deze twee een vereiste voor echt leiderschap. Het mannelijke perspectief zorgt voor de veilige bedding en kadert het vrouwelijk vuur enigszins. Dit gebeurt niet om haar te knechten, wel om te zorgen dat zij haar doel niet voorbij schiet.
Als deze twee samen werken kan er pas gesproken worden van leiderschap.
Om daar te komen mogen we echter eerst het vrouwelijk vuur gaan aansteken en laten ontvlammen. Pas als we daar mee kunnen dansen, kunnen we samen dansen. Tot die tijd dat juist vrouwen deze levensdans begrijpen, mogen de vrouwelijke leiders van nu, eerst leren om te volgen, want dat leidt ze dwars door het glazen plafond.
Liefs Eveline
Liefs, Eveline